Afdrukbare versie van dit artikel Afdrukbare versie

Gender

De visie van Waalse burgers op genderdiscriminatie

4 september 2017 Rébécca Cardelli
Vertaling naar het Nederlands: Saskia Smeets

CC by

De antidiscriminatiewet [1] in België telt 19 zogenoemde “beschermde criteria”. Het geslacht is een van de discriminatiecriteria. Naast de decreten, wetten en actieplannen tegen discriminatie, wilden we het fenomeen discriminatie onderzoeken vanuit het standpunt van de burgers. Om dat te kunnen doen, zullen we, met behulp van de gegevens van het onderzoek van de sociale Barometer van Wallonië (BSW) [2], aantonen dat er een discrepantie bestaat tussen de percepties en de feiten rond discriminatie op grond van geslacht. Hoewel het geslacht een discriminatiecriteria is voor vrouwen, is dat meestal niet zo voor mannen. Toch hebben mannen en vrouwen ongeveer dezelfde perceptie over discriminatie.

Perceptie van discriminatie

In de enquête van de BSW ging een algemene vraag over de aanwezigheid van discriminatie [3] binnen onze maatschappij. De volgende grafiek toont aan dat de meest voorkomende vormen van discriminatie gebaseerd zijn op etnische afkomst (70%) en geloof of levensbeschouwing (67%). Discriminatie op grond van geslacht komt daarentegen op de voorlaatste plaats, gevolgd door leeftijdsdiscriminatie, waar ook weinig sprake van is volgens de burgers. Als we de bevinding van mannen en vrouwen samennemen, zien we gelijkaardige resultaten op Europees vlak [4]. Discriminatie op grond van geslacht komt maar in beperkte mate voor. We kunnen dus stellen dat de meerderheid van de respondenten (71%) in Wallonië, maar ook in Europa, discriminatie op grond van geslacht een “zeldzaam” fenomeen vindt.

Wat verrassend is aan de perceptie over discriminatie, is dat er geen (statistisch significant) verschil is tussen de perceptie van mannen en vrouwen over discriminatie op grond van geslacht : 26% van de mannen vindt dat discriminatie op grond van geslacht vaak voorkomt, net als 31% van de vrouwen. Vrouwen hebben dus dezelfde perceptie over discriminatie op grond van geslacht, terwijl ze hier nochtans het snelst slachtoffer van worden, zoals we later zullen zien.

Gelijke rechten voor vrouwen en mannen: een gedeeld principe

Als discriminatie op grond van geslacht door de ogen van de burgers eerder zeldzaam lijkt, kunnen we ons bijgevolg afvragen of zij dit type van discriminatie aanvaardbaar vinden of niet. Op deze vraag antwoordt de meerderheid van de Waalse burgers (91%) dat de gelijkgerechtigdheid van vrouwen en mannen een essentieel kenmerk is binnen een democratie : zowel mannen als vrouwen zijn voorstanders van gelijkgerechtigdheid. Nochtans wordt het principe iets meer gesteund door vrouwen dan door mannen. Binnen de gedeelde principes van de burgers, wordt het idee van de superioriteit van een geslacht ten opzichte van het andere sterk verworpen.

Ervaren discriminaties : de verschillen tussen vrouwen en mannen

We hebben de discriminatie gemeten die een persoon onlangs heeft meegemaakt. Zo blijkt dat bijna 1 burger op 5 aangeeft het slachtoffer geweest te zijn van een of meerdere discriminaties gedurende de afgelopen 12 maanden. Deze resultaten zijn vooral treffend omdat het gaat over een korte observatieperiode.

Wanneer we deze resultaten per geslacht analyseren, komt er extra informatie naar voren:

  • Vrouwen zijn veel vaker het slachtoffer van discriminatie dan mannen (20% ten opzichte van 12% voor mannen);
  • Discriminatie komt vaker voor bij vrouwen dan bij mannen tijdens dezelfde observatieperiode: gedurende de laatste 12 maanden is 13% van de vrouwen meermaals het slachtoffer geworden van discriminatie tegenover 8% van de mannen. Bovendien tonen de resultaten dat discriminatie op grond van geslacht een fenomeen is waarmee enkel vrouwen in contact komen. Met deze discriminatie zijn vrouwen al het meest geconfronteerd geweest (22%). De tweede soort discriminatie die het vaakst terugkomt bij vrouwelijke slachtoffers, is op grond van leeftijd 17%. Bij de mannelijke slachtoffers daarentegen, staat
    discriminatie op grond van etnische origine (24%) op de eerste plaats, gevolgd door leeftijdsdiscriminatie (11%). Vrouwen zijn dus in de eerste plaats slachtoffer van discriminatie door hun geslacht.

Kloof tussen vertegenwoordiging en ervaring

De perceptie van mannen op de omvang van sommige vormen van discriminatie komt ongeveer overeen met hun ervaringen als slachtoffer. Laten we niet vergeten dat discriminatie op grond van etnische afkomst op de eerste plaats staat als meest voorkomende vorm van discriminatie in Wallonië (70%). Het is eveneens dit criterium dat de mannelijke slachtoffers het vaakst vermelden. Bij de vrouwen daarentegen, vinden we niet dezelfde samenhang terug tussen hun perceptie over discriminatie en hun ervaringen. Aangezien het geslacht voor vrouwen de grootste aanleiding is tot discriminatie, zouden we kunnen denken dat hun perceptie over de omvang van discriminatie (zeker op vlak van geslacht) aanzienlijk verschillend is dan die van mannen. Nochtans hebben vrouwen, die een gediscrimineerde groep vormen, geen andere kijk dan mannen op discriminatie op grond van geslacht.

We kunnen deze “kloof” verklaren door onder meer te verwijzen naar de rechtvaardigingstheorie van het systeem. Die theorie postuleert dat de leden van de gediscrimineerde groep eerder de neiging hebben om de maatschappij als rechtvaardig [5] te beschouwen, door hun huidige positie te verinnerlijken en te accepteren. Het aandeel van de collectieve meningen, gedeeld door een bepaald aantal vrouwen en mannen, over de rollen en bevoegdheden van beide geslachten binnen het sociale systeem, dragen zonder twijfel bij aan de verklaring waarom vrouwen niet nog meer de aandacht vestigen op de discriminatiesituaties op basis van geslacht. We zouden ook kunnen veronderstellen dat het gebrek aan systematische sancties ten opzichte van bepaalde discriminatiesituaties op de werkvloer, maar ook binnen de maatschappij, bijdraagt tot het rechtvaardigen of het alledaags maken van discriminatiesituaties ten opzichte van vrouwen. Om discriminaties aan het licht te kunnen brengen, moet men zich ervan bewust zijn, als lid van een groep, om een discriminerende situatie te durven bekritiseren.

Seksisme op de werkvloer

De beperkte getuigenissen over discriminerende ervaringen binnen het beroepsleven bevestigen nogmaals de vele discriminaties ten opzichte van vrouwen: zwangerschap, ouderschap, kinderen… zijn even zoveel discriminerende factoren binnen de professionele carrière van vrouwen en zelfs binnen het jobbehoud. In Wallonië verklaart meer dan 1 vrouw op 4 (28%) getuige te zijn geweest van een situatie waarin ze, omdat ze vrouw zijn, hun werk of een gelijkaardige job niet meer teruggekregen na het zwangerschapsverlof. Wat betreft seksuele opmerkingen of seksistische grappen, verklaart 48% van de ondervraagde werkers, bijna 1 op 2, dat ze getuige zijn geweest van deze soort discriminatie op hun werkplek. Het gaat hier om een zeer belangrijk percentage omdat deze gedragingen zelden bestraft lijken te worden, omdat slechts 29% van de respondenten getuige waren van een terechtwijzing van de persoon die een seksistische grap of opmerking maakte door zijn meerdere.

Voetnoten

[2De BSW is een herhaald opinieonderzoek gerealiseerd door het het Institut Wallon de l’Evaluation, de la Prospective et de la Statistique (IWEPS). In 2016 werden 410 personen (731 vrouwen, 679 mannen), ouder dan 18 jaar, persoonlijk ondervraagd over een reeks thema’s, en in het bijzonder over discriminatie met betrekking op geslacht en etnische origine. Voor meer informatie over dit onderzoek, zie de volgende link: http://www.iweps.be/barometre-social

[3Om er zeker van te zijn dat de vragen over discriminatie duidelijk zijn, werd de volgende definitie aan de respondent gegeven:

«We spreken vaak over discriminatie als een persoon onrechtvaardig of negatief is behandeld in vergelijking met anderen, omwille van een verschil op vlak van huidskleur, geslacht, nationaliteit of uiterlijk.»

[4Discrimination in the UE in 2012, Spécial Eurobarometer 393, November 2012.

[5Jost,J.T., & Banaji,M. R.(1994). The role of stereotyping in system-justification and the production of false consciousness. British journal of social psychology, 33 (1), 1-27.