Afdrukbare versie van dit artikel Afdrukbare versie

Werk Politiek

Bedrijfswagens: een fiscaal en sociaal schandaal

20 juni 2016 Observatorium maatschappelijke ongelijkheid
Vertaling naar het Nederlands: Marie-Eve Cosemans

CC by

Volgens de federatie Inter-environnement Wallonie [1], kan het aantal bedrijfswagens (bij wijze van extralegaal voordeel) in januari 2011 redelijkerwijs geschat worden op 500 000 voertuigen, d.w.z iets minder dan 9,5 % van het wagenpark. Het gaat om voertuigen die zonder toestemming van de werkgever gebruikt kunnen worden voor zowel beroeps- als privéverplaatsingen. Dit cijfer houdt geen rekening met de dienstvoertuigen of de vloot die een werkgever ter beschikking stelt aan zijn personeel voor professionele verplaatsingen.

Er zijn zoveel bedrijfswagens omdat ze veel minder worden belast dan lonen. Dit systeem is dus begunstigt dus zowel de werknemers als de werkgevers. Dit fiscale voordeel is daarentegen erg duur voor de overheid. Ten eerste betalen de werkgevers geen sociale bijdragen op de bedrijfswagen (zij betalen wel een solidariteitsbijdrage, maar dat bedrag is veel lager dan de bijdrage op het loon). Ten tweede betalen de werknemers geen sociale bijdragen op het voordeel in natura dat de bedrijfswagens vormen. Ten slotte onderschat de wetgeving zeer sterk allerlei voordelen die een bedrijfswagen vormt, en dit leidt derhalve tot een verlies van inkomsten op het vlak van de persoonsbelastingen. Door deze 3 elementen (werkgeversbijdragen RSZ, werknemersbijdragen RSZ en daling van de persoonsbelasting) loopt de overheid, volgens Inter-environnement Wallonie, ongeveer 3,5 miljard euro aan inkomsten mis!

Een opvallende vaststelling is dat het systeem van bedrijfswagens voornamelijk ten goede komt aan gezinnen met hoge inkomens. Zoals de tabel hieronder toont, heeft slechts 5% van de Vlaamse huishoudens met een maandelijks nettoinkomen tussen de 2000€ en 3000€ een bedrijfswagen, terwijl dit bijna 25 % is voor de huishoudens met meer dan 5000€ netto per maand. Onnodig te vermelden dat de huishoudens met minder dan 2000€ netto per maand bijna nooit een bedrijfswagen hebben. De bedrijfswagen is dus een soort van desfiscalisering voor de hoge inkomens in de privésector aangezien de begunstigden van het systeem erin slagen om hierdoor de belasting op hun inkomens te doen dalen.

Tabel: Percentage bedrijfswagens van de Vlaamse huishoudens per klasse van netto-inkomsten
Bron: Onderzoek Verplaatsingsgedrag Vlaanderen 4.5 (2012-2013)

Bovenop het feit dat bedrijfsagens een subsidie zijn voor gezinnen met hoge inkomens, hebben ze een belangrijke impact op het mobiliteitsgedrag en op het milieu [2] :

  • Bedrijfswagens zetten de betrokken personen ertoe aan om gebruik te maken van hun privévoertuig (waarvan het gebruik vaak gratis is) eerder dan het openbaar vervoer (betalend). Het PROMOCO-onderzoek [3] stelt vast dat 84 tot 93% van de personen die over een bedrijfswagen beschikken met de auto naar het werk gaan, tegen 59% die er geen hebben;
  • Iemand die een bedrijfswagen heeft, rijdt jaarlijks bijkomend 9000 km ten opzichte van iemand met hetzelfde profiel (hetzelfde geslacht, inwoner op dezelfde afstand van de werkplek en met dezelfde frequentie professionele verplaatsingen) met zijn eigen auto;
  • In 2010 bedroeg het gemiddelde van de CO2-uitstoot van de nieuwe bedrijfswagens die in België werden gekocht 146,8 g/km, tegen 129,7 g/km voor de auto’s die door de gezinnen worden gekocht. Bedrijfswagens zijn dus groter en verbruiken meer brandstof per kilometer;
  • Het intensieve gebruik van de auto heeft gevolgen voor de verkeersopstoppingen en de bouw van wegeninfrastructuur, en dit ten koste van de alternatieve vervoersmiddelen zoals het openbaar vervoer of de fiets;
  • De hoge frequentie van de vernieuwing van het bedrijfswagenpark veroorzaakt een toename van milieuverontreiniging door de vervaardiging en de overwerking van de afgeschreven voertuigen. Dit wordt slechts zelden gecompenseerd door het lager brandstofverbruik van de modernere voertuigen.

Om de enorme onrechtvaardigheid van het systeem van bedrijfswagens en het verlies van inkomsten voor de overheid beter in perspectief te plaatsen, is het nuttig om de bedragen te vergelijken met de uitgaven voor de sociale uitkeringen. In 2012 bedroegen de uitgaven voor de werkloosheid 6,1 miljard euro (waarvan 0,77 miljard euro werd betaald aan tijdelijke werklozen, dat wil zeggen aan werknemers met een arbeidsovereenkomst en niet aan uitkeringsgerechtige werkzoekenden). De uitgaven voor de uitkeringen aan de gezinnen (kinderbijslag en geboortepremies) bedroegen 6 miljard euro [4]. De kosten van het systeem van bedrijfswagens (3,5 miljard euro) vertegenwoordigen dus bijna 60% van de uitgaven van de werkloosheidsuitkeringen of de gezinsuitkeringen!

Maar terwijl er besparingen op de werkloosheidsuitkeringen worden doorgevoerd die meestal gezinnen in moeilijkheden treffen, komt de mogelijkheid van afschaffing van het systeem van bedrijfswagens dat de hoge lonen defiscaliseert veel minder aan bod.

Voetnoten

[1Pierre Courbe (2011), « Voitures de société : oser la réforme ! », Fédération Inter-environnement Wallonie.

[2De informatie hieronder is afkomstig uit het artikel van Pierre Courbe (2011).

[3E. Cornelis, M. Castaigne, X. Pauly, A. De Witte, K. Ramaekers. Professional mobility and company car ownership “Promoco”. Final Report. Brussels : Belgian Science Policy 2009 – 126 p, gecit. door Pierre Courbe (2011)

[4Deze cijfers zijn afkomstig uit de brochure: "De sociale zekerheid in een oogopslag: kerncijfers 2012" gerealiseerd door FOD Sociale Zekerheid.